Google
Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
                                                                  
begrijpend lezen Leesplezier en leesstrategie       :

 Leesplezier en leesstrategie                     

 

  In andere voorbereidende lessen in de vierde klas is aandacht besteed aan leesplezier en aan de leesstrategie ‘Waarover gaat het verhaal?’
Daar doelt het meisje van de volgende brief op als zij voor ons beschrijft wat zijzelf van deze periode heeft geleerd. Ze geeft ook tips aan andere tutors:

  1. “Het lezen is heel fijn, als je er eenmaal mee bezig bent is lezen leuk.
  2. Tips: vraag als je het boekje uit hebt, waar het over ging en wat ze ervan geleerd hebben en of ze het leuk vonden.
  3. Tip: vraag ook naar een paar dingen die in het boekje voor komen.
  4. Vraag of ze het fijn vonden.
  5. Ik zou heel graag nog een keer willen lezen met de eerste klas.”

De vierde klassers hebben zich ook verdiept in hun rol als tutor. Ze hebben geleerd aanwijzingen te geven zonder voorzeggen en ze hebben met elkaar besproken hoe belangrijk het is om complimentjes te geven. Ze hebben zich leren verplaatsen in de kinderen van een andere klas:

“Ik heb er zelf ook veel van geleerd. Als ik dit niet had geoefend, zou ik meteen als hij het woord niet wist het voorzeggen, maar nu weet ik dat ik dat niet moet doen, maar alleen de eerste letter zeggen en pas als hij het dan nog niet weet helemaal.”

“(…) Ik heb ook hele goeie complimentjes gegeven. Ik heb er zelf ook veel van geleerd, wat ik  allemaal moest doen. Ik kende haar nog niet. (…)”

“(…) we hebben denk ik allemaal wat geleerd. Ik heb namelijk geleerd met de eerste om te gaan en om les te geven.(…) Ik gaf ook goeie tips, zoals ‘een is geen één’. En ‘die heb je per ongeluk fout gedaan’.”

“(…) Ik vond het ontzettend leuk en ik heb er ook veel plezier in.
Vragen:
Leest Sybren vlotter dan de vorige keer?
Heb je nog ideeën voor de volgende keer?
Zit er verandering in?”

Tenslotte heeft een vierde klasser in het laatste fragment zich gerealiseerd dat een boek voor een eerste klas, andere kenmerken heeft dan een boek voor hemzelf. Hij denkt na over de relatie van de tekst en het publiek:

“(…) Ikzelf heb er ook veel van geleerd, want ik vind die boekjes ontzettend op elkaar lijken qua woorden. Maar voor een eerste klasser is dat heel anders. Hij begreep alle woordjes heel goed en nu vind ik het zo leuk dat ik het wel vaker zou willen doen.”